Pirates (Ravensburger)

1 spelbord, 10 vestingen, 30 bemanningsleden, 30 kanonnen, 18 schatskisten (in de waarden 1, 2 en 3), 5 dobbelstenen en voor elke speler: 1 schip en 1 scheepsoverzichtskaart in zijn spelerskleur

Het spelbord toont een haven, 26 zeevelden en 10 vestingvelden. Elke speler ontvangt een schip in zijn spelerskleur en plaatst deze in de haven. Daarnaast ontvangt elke speler de bijbehorende scheepsoverzichtskaart, waarop de toestand van zijn schip wordt bijgehouden. De scheepsoverzichtskaart heeft zes velden, genummerd van 1 t/m 6. Op elk veld is plaats voor een kanon of een bemanningslid. Elke speler kiest de uitrusting van schip. De keuze staat vrij, zolang zich niet meer dan vijf kanonnen of vijf bemanningsleden op zijn schip bevinden. De bemanningsleden zijn nodig om het schip te verplaatsen. Kanonnen zijn nodig ter verdediging of om andere schepen of vestingen aan te vallen. 
De vestingen worden geschud en gedekt op de vestingvelden gelegd. Elke vesting toont een aantal velden, waarop in de loop van het spel de aangegeven onderdelen (schatten, kanonnen en bemanningsleden) worden geplaatst.

Pirates! wordt gespeeld in de richting van de klok. In zijn beurt moet de speler twee akties uitvoeren. Voor de eerste aktie kan hij kiezen uit:

• Verplaatsen: De speler plaatst zijn schip net zoveel velden verder als het aantal bemanningsleden op zijn schip. Het schip mag altijd één veld verder varen, ook als zijn schip geen bemanningslid bevat. Als het schip de haven bereikt, worden de schatten aan boord gelost. Deze schatten zijn veiliggesteld.
• Aanvallen: De speler valt een schip of een vesting aan. Zijn schip moet minstens één bemanningslid en één kanon bevatten. Het vijandelijke schip moet zich op hetzelfde veld bevinden. De vesting moet grenzen aan het veld waarop het schip zich bevindt. Als de vesting nog gedekt ligt, wordt deze omgedraaid. De aangegeven schatten, kanonnen en bemanningsleden worden op de vesting geplaatst. De aanvaller gooit met net zoveel dobbelstenen als het aantal kanonnen op zijn schip. De worp van de dobbelstenen bepaalt welke onderdelen van het aangevallen schip of de vesting worden getroffen. Deze onderdelen worden terug op voorraad gelegd. Als het aangevallen schip of de vesting nog minstens één bemanningslid en één kanon bevat, kan het een tegenaanval uitvoeren. Zo niet, dan is het schip of de vesting overwonnen. De speler neemt de eventuele schatten over in zijn scheepsruim. Het scheepsruim is het veld met het getal zes. Als zich hier een kanon of bemanningslid bevindt, wordt deze verplaatst naar een leeg veld of terug op voorraad gelegd. Een schip kan niet meer dan zes schatten bevatten.
• Passen: De speler past.

Voor de tweede aktie kan hij kiezen uit:

• Aanvallen: Zie de beschrijving hierboven.
• Herstellen: In de haven kunnen alle velden van zijn schip opnieuw worden gevuld. Op een zeeveld kan de speler tot twee velden opnieuw vullen.
• Passen: De speler past.

Nu gaat de beurt naar de volgende speler.

Het spel eindigt zodra alle vestingen zijn geplunderd of zodra een speler het benodigde aantal schatten veilig heeft gesteld. De speler met de meeste schatten is de winnaar van het spel.